“ De jeugd van Laurens Janda is even onbezorgd  zoals bij elk kind dat in elk dorp speelt en dolt op straat.

Geen verkeer of ander gevaar drijft hem al snel in de beemden waar hij als kind - toen reeds - landschappen leert onderscheiden,  volksfiguren ontmoet, liedjes hoort zingen en spelen.. Even zovele ervaringen die hem zijn hele leven zullen doen zoeken naar de mens, het landschap, muziek en plaatselijke cultuur (culturen).

Zo was Janda reeds vroeg een universele mens .

Maar, hij wou tekenen en schilderen. Dus... naar Wetteren naar de academie . In de klas met verfjes en op papier van de school .... maar thuis waren er geen centjes voor die vreemde hobby .

Laurens ging dan maar als kind wijmen en twijgen kappen langs de Scheldeboorden .

Grondstoffen die zijn vader - mandenmaker van vader op zoon - met graagte voor enkele “ kluiten “ ( tientjes van een toenmalige belgische frank “ ) verwierf.

Hiermee kocht Laurens zijn eerste penselen, olieverfjes en een eerste schildersezeltje.


Later zal Janda blijven zwerven langs “ zijn “ Schelde en tientallen Scheldezichten schilderen. Zinderende landschappen om en rond Wetteren .

Dat deze rivier geen natuurlijke grens zou zijn maar een uitweg naar de wereld zal " later"  blijken..

Tussen de wijmen en de twijgen ontkiemen de eerste artistieke zaadjes ; Janda wordt kunstenaar en wereldreiziger .

Spijts alle grenzen ....maar muziekjes en tekeningen openen deuren en harten .