In zijn jeugd maakte Laurens studies (opmetingen en tekeningen) van typische hoeves zoals vierkantshoeves, Friese hoeves, enz...

Met lede ogen zag hij deze in de jaren '80 vervallen tot ruïnes.

Toch kreeg dit in zijn kunstenaarsoog een nieuwe artistieke dimensie. Overal te lande tekende hij deze vergane glories. Hij noemde deze werken "de archeologie van de vergankelijkheid".